‘Groene’ internetondernemers doorkruisen Azië
7 March 2013

Heleen en Jan reizen al maandenlang door Azië, volledig op kosten van de baas. Ontdek hier wat voor werk ze doen en hoe ze het leven als digitale nomaden ervaren.

Ik kwam Jan en Heleen afgelopen december in Chiang Mai tegen. Tijdens onze koffie- en coworking-sessies hebben we het over uiteenlopende onderwerpen gehad: van superfoods tot yoga en van quantum jumping tot Kindle-boeken uitgeven. We waren zo druk de wereld in kaart te brengen, dat er van een interview niets kwam. Pas enkele maanden later, in een Indiase trein, was Jan in staat om wat van mijn brandende vragen te beantwoorden.

Hoe zijn jullie op jullie huidige internet-onderneming gekomen?

We kregen allebei interesse in internet tijdens onze studietijd. Ik maakte mijn eerste website tijdens mijn studie Bedrijfskunde. Heleen deed hetzelfde als opdracht binnen haar hbo-opleiding Communicatie. Het begon met een aantal websites voor het bedrijf van mijn vader. Zo heb ik al doende de basis geleerd.

Tijdens mijn studie kwam ‘e-business’ enorm opzetten. Het voelde als een nieuw tijdperk (vlak vóór de internet bubble en de val van World Online). Kleine spelers groeiden explosief en gooiden grote bedrijven omver. Het was mijn doel om bij Google of Ilse te werken als online marketeer, maar dat bleek zonder ervaring niet zo makkelijk.

Ik startte begin 2007 als webmanager bij KPN via een webredactiebureau waar Heleen daarna ook webredactiewerk kon doen. Heleen wilde altijd al voor zichzelf beginnen en startte een webshop in fairtrade tassen. Dat was erg leuk, maar ook veel werk voor weinig inkomsten. Toen kwamen we op het idee om iets te doen met eco-producten, maar ik wilde geen eigen webshop beginnen. Zo is EcoGoodies geboren in 2008.

Wat is EcoGoodies precies en wat is het verdienmodel?

EcoGoodies is een portal waar we de leukste eco-webshops van Nederland promoten. Een startpagina voor eerlijk online shoppen, maar dan leuk gedaan. In 2008 waren milieuvriendelijke producten en fairtrade kleding bijna niet te vinden in ‘offline’ winkels. Op internet ontstond er een jungle van eco webshops. We waren de eersten die consumenten wegwijs maakten in deze jungle en het idee sloeg aan.

Als smokkelaar van exotische postzegels is Jan veroordeeld tot het reizen per trein.

In de beginjaren verdienden we weinig, maar door stevige groei van het aantal bezoekers werd het interessant voor webshops om te adverteren. Automatisch geplaatste banners en in mindere mate Adsense waren goed voor 20% van de inkomsten. Ook het aandeel van inkomsten uit affiliatemarketing werd steeds groter. Met name omdat we een partnership sloten met een affiliatemarketingbureau om webshops actief te benaderen voor het starten van een programma. We konden dit doen omdat het een jonge markt was; nog maar weinig eco-webshops deden aan affiliatemarketing. We hielpen de webshops aan een nieuw saleskanaal waar ze vrij weinig voor hoeften te doen.

Grote online spelers begonnen vervolgens de webshops te promoten wanneer het affiliateprogramma gestart was. Win-win dus, onze passieve inkomsten groeiden gestaag. Met EcoKadobon startten we in 2010 een nieuw saleskanaal voor webshops. Daar verdienen we ook commissie mee wanneer een bon ingewisseld wordt.

Welke uitdagingen komen jullie tegen bij het creëren van een fulltime inkomen?

Wij hebben de mazzel dat we in een groeiende markt zitten en als één van de eerste portals begonnen. We hebben nooit hoeven te adverteren of achter deals aan hoeven zitten. Daarnaast merken we dat de ‘bewuste’ consument direct zoekt naar bepaalde duurzame producten, watat in een relatief hoge conversie resulteert. Het is minder een impulsmarkt, in die zin.

Affiliatemarketing is op zich een makkelijke manier van online geld verdienen, maar je moet wel behoorlijk wat omzetten bij webshops om er zelf een leefbaar inkomen uit te halen. Het is een uitdaging om producten waar je geld mee verdient te promoten en tegelijkertijd onafhankelijk blijven. We moeten dus een balans vinden tussen commerciele uitingen en informatieve/overtuigende blogs, Facebook-posts en tweets.

Nog een voordeel: de producten die we promoten zijn altijd duurzaam en daarmee een soort van ‘feelgood’. Die likeability zorgt voor allerlei gratis promotie in de social media. We waren zeker in het begin verbaasd over de makkelijke groei die we realiseerden. Er zijn nog steeds nieuwe mogelijkheden, maar het is wel moeilijker om het uit te bouwen qua inkomsten en aantal bezoekers.

Wat was jullie inspiratiebron?

De bekende bijbel voor digitale nomaden, The Four-Hour Workweek, was zeker onze eye-opener. Vanaf het moment dat we ons realiseerden dat wij met EcoGoodies ook zo zouden kunnen leven, beheerste dat idee ons.

Ik raakte steeds meer gemotiveerd om na kantooruren aan EcoGoodies te werken. Het lukte me al snel om vier dagen per week in plaats van vijf te werken zodat er o.a. meer tijd was voor de websites (en 40 uur op kantoor werken vond ik altijd al een verschrikkelijke opgave).

Het officieuze thema van de werkreis is koffie. Op deze foto staat Heleen aan de bron van haar ‘guilty pleasure’.

Hoe hebben jullie besloten om te gaan reizen?

We hebben ongeveer twee jaar naar de definitieve beslissing toe gewerkt en daarna driekwart jaar de tijd genomen om ons daadwerkelijk voor te bereiden, onze inkomsten uit te bouwen, werk op te zeggen, enzovoort.

Er was nooit twijfel over dat we het zouden doen, de drive was erg sterk bij ons allebei. Wel hadden we eerst andere uitgangspunten. Heleen wilde twee jaar geleden al vertrekken en had het er bijna elke dag over dat ze wilde gaan. Het heeft me soms behoorlijk moeite gekost om haar te overtuigen om het uit te stellen. Vooral omdat we nog niet voldoende inkomsten uit de sites haalden. Ik wilde niet vertrekken en er na een jaar achterkomen dat het geld op was.

Daarnaast waren we net verhuisd naar een heel prettig appartement. Het was voor ons toen al duidelijk dat we het uiteindelijk zouden verhuren en hebben dat heel sterk laten meespelen bij de aankoopbeslissing (wel/niet makkelijk verhuurbaar). Uiteindelijk kwam alles bij elkaar en was de timing perfect. Het moment om te vertrekken (eind juli 2012) voelde heel goed.

Is het bestaan als digitale nomaden wat jullie ervan voorstelden?

Het was best lastig om voor te stellen hoe het zou zijn. De ultieme vrijheid die we hebben is soms nog steeds niet te bevatten. Ik keek al lang uit naar de luxe om nooit meer te hoeven koken en boodschappen doen. Nu zeggen we af en toe tegen elkaar “moeten we nou alweer uit eten?” en willen we eigenlijk niet de deur uit. Luxeproblemen, dus.

Soms voelt het wel raar om niet echt een toerist of een expat te zijn. Je staat overal buiten, voor mijn gevoel. Soms is het wel wat eenzaam met zijn tweeën, zo lang zonder je vrienden en familie. Maar dan hoef ik alleen maar even terug te denken aan de dagen op kantoor. Spijt heb ik geen moment. We maken zoveel gave dingen mee, het wordt alleen maar leuker en leuker.

Tevens hebben we niet echt meer een gevoel van tijd zoals we dat hadden in Nederland. Omdat je routine mist, heb ik nooit meer het maandag/vrijdag/weekend-gevoel. Soms ben ik ook gewoon de tijd kwijt als we verschillende tijdzones in een aantal weken doorreizen. We zitten dus niet in een sleur, maar tegelijkertijd ‘voelt’ iedere dag ook een beetje hetzelfde. Iedere dag is woensdag zeg maar, niet bijzonder, niet vervelend.

Wat zijn jullie reisplannen?

We zijn als ‘digital nomads’ door Thailand, Cambodja, Laos en Zuid-India gereisd. Op dit moment zitten we in Kathmandu, Nepal. Op het kortetermijnprogramma staan Vietnam, Taiwan en weer Thailand. Verder dan een aantal maanden vooruit plannen we niet.

Een kokosnoot met een rietje erin en een laptop: méér heeft een slimme internetondernemer niet nodig. De favoriete werkplek van Heleen en Jan op Koh Phangan.

We willen ook graag weer een keer terug naar Japan, maar dat is voor nu nog even een te dure locatie (al is het niet zo duur als de meeste mensen denken). Ook Zuid Korea willen we graag bezoeken. In principe staat de hele wereld op ons programma!

Ons langetermijnplan heb ik grofweg in vier fases ingedeeld: fase 1 is Azië, fase 2 is Zuid-Amerika, fase 3 wordt Noord Amerika, Australie en Nieuw-Zeeland (mogelijk door housesitting) en fase 4 is misschien de rest van Afrika. Maar van al deze plannen zou ook helemaal niets kunnen komen als we een plek vinden waar we ons helemaal op onze plaats voelen voor langere tijd.

Wat is jullie favoriete bestemming tot nu toe en waarom?

Thailand voelt voor ons nu al als een tweede thuis. We hebben twee maanden in Chaing Mai gewoond en dat beviel ons erg goed. Je hebt daar alles: prachtige natuur, vriendelijke locals, een bruisende expatcommunity, de modernste koffiebars (espresso is de norm), iedere dag mooi weer, heerlijk en spotgoedkoop eten, een levendige cultuur en genoeg uitgaansgelegenheden. Zo vind je iedere avond van de week live jazz/blues/rock-muziek. Wat dat betreft is Chiang Mai een echte wereldstad.

Wat is jullie reisfilosofie?

We reizen over het algemeen langzaam. Omdat we alle tijd hebben is de tijdsdruk verdwenen. Je haalt er ook meer uit op die manier. En we zijn ons er altijd van bewust dat we te gast zijn in een land, dus we passen ons aan de cultuur en de gewoonten aan en proberen in ieder geval wat basisbegrippen in de lokale taal te kunnen spreken. Dat betekent dat we dus niet in badkleding zonder bedekking door een stad gaan wandelen en bijvoorbeeld in Thailand de locals groeten door middel van de ‘wai’ (met je handen tegen elkaar voor je lichaam licht naar voren buigen).

Ook willen we als duurzame ondernemers zo weinig mogelijk plastic gebruiken. We weigeren dus plastic tasjes en hervullen we onze waterflessen.

Ontmoeten jullie onderweg andere ‘digital nomads’?

In Chiang Mai struikel je erover, maar over het algemeen kom je ze nauwelijks tegen. Eén keer ontmoetten we bij toeval een Nederlandse jongen die al 2 jaar alleen aan het reizen was. Hij heeft samen met een partner een succesvol elektronica importbedrijfje. Een echte handelaar. Die zet bij deals gelijk in een dag om wat wij in een maand verdienen (of in een jaar)!

Wat we ons niet realiseerden is dat er ook heel wat ‘analoge’ nomaden zijn (fotografen, leraren). Mensen die nog nooit van de term digitale nomaden hebben gehoord. Verder is het lastig om interessante mensen te ontmoeten in plaatsen die alleen om toerisme draaien. We kijken na drie maanden op de Banana Pancake Trail weer uit naar een wat langer verblijf in een stad, met een wat normaler en regelmatiger leven.