Het kan voorkomen dat een Nederlands burger inkomen heeft uit twee verschillende landen. De vraag: ‘Betaal ik dan in beide landen belasting?’ wordt vaak gesteld. Het antwoord is relatief simpel: ‘Nee’. Misschien is het wel noodzakelijk om in twee landen aangifte te doen, maar dat houdt niet in dat er twee keer belasting moet worden betaald over dezelfde inkomsten.
Gebruikmaken van het belastingverdrag
Landen hebben met elkaar afgesproken in welk land er belasting wordt geheven over bepaalde inkomsten. Dat is vastgelegd in een belastingverdrag. Zo voorkomen landen dat burger twee keer belasting moeten betalen. Ga eerst na of het woonland een belastingverdrag heeft met Nederland. Lees daarna wat er staat over belastingheffing. Bij het Overzicht verdragslanden zijn de regels te vinden.
Wie het overzicht bekijkt, valt op dat niet alle landen een verdrag met Nederland hebben. Geen nood: ook dan betaalt de burger niet twee keer belasting over dezelfde inkomsten.
Voor wie niet in Nederland woont
Wie niet in Nederland woont, is wel verplicht in Nederland de Nederlandse inkomsten aan te geven, evenals de Nederlandse onroerende zaken. Onroerende zaken zijn hier namelijk altijd belast. Burgers betalen geen belasting over de inkomsten die volgens het belastingverdrag aan het woonland zijn toegewezen.
Voor wie in Nederland woont
Wie in Nederland woont, kan op de belastingaangifte het wereldinkomen aangeven. Dat is het Nederlands inkomen, plus het niet-Nederlands inkomen. Wanneer het niet-Nederlands inkomen volgens een verdrag is toegewezen aan het land waar dit inkomen is gerealiseerd, betaalt de werknemer daarover geen belasting in Nederland.
Wanneer het niet-Nederlands inkomen volgens een verdrag is toegewezen aan Nederland, moet er wel in Nederland belasting betaald worden. In het land waar de werknemer de inkomsten ontvangt, moet worden nagevraagd hoe de vrijstelling van de belasting wordt verwerkt.
Als er geen belastingverdrag is, doet de werknemer in Nederland de aangifte inkomstenbelasting. De werknemer krijgt dan een aftrek om de dubbele belasting te voorkomen.
Gebruikmaken van de doorschuifregeling
Wanneer de aftrek voorkoming dubbele belasting in een jaar hoger is dan de belasting, geldt de doorschuifregeling. De aftrek mag namelijk niet hoger zijn dan de inkomstenbelasting in een box. Wanneer een aftrekpost wordt opgegeven in de aangifte en deze niet voor een belastingvoordeel zorgt, mag de werkende gebruikmaken van de regeling.
In dat geval krijgt de werkende van de Belastingdienst een beschikking, met daarop het bedrag van het buitenlands inkomen dat meetelt bij de berekening van de aftrek in een volgend jaar. Werkenden kunnen meerdere beschikkingen krijgen. Zo is het mogelijk dat er zowel een beschikking over box 1 als een beschikking over box 3 verstuurd wordt.
Vaak hoeft de werkende zelf geen actie te ondernemen. Sinds 2018 wordt de doorschuifregeling namelijk automatisch toegepast. Daardoor hoeven buitenlandse werkenden geen regeling meer aan te vragen. Wanneer men wil gebruik wil maken van de doorschuifregeling voor een jaar voor 2018, moet hij of zij deze nog wel zelf aanvragen. In dat geval moet er een brief naar het belastingkantoor verstuurd worden en geeft de werkende aan voor welke box(en) de doorschuifregeling moet gelden.
Een voorbeeld van de doorschuifregeling
Stel dat een werkende 27.226 euro looninkomsten uit Duitsland heeft, en 4.536 euro negatieve inkomsten uit een eigen woning. Het belastbaar inkomen uit box 1 bedraagt dan 27.226 euro – 4.536 euro = 22.690 euro. Daarover moet 944 euro inkomstenbelasting worden betaald.
Over de looninkomsten uit Duitsland betaalt de werkende in Duitsland belasting. Omdat er niet dubbel belasting geheven mag worden, heeft de werkende in Nederland recht op aftrek. De aftrek bedraagt in dit voorbeeld 26.226 euro geeld door 22.690 euro x 944 euro, oftewel 11.33 euro. Maar omdat de werkende over het belastbaar inkomen slechts 944 euro inkomstenbelasting betaalt, is de aftrek ook 944 euro. Dat is het maximale bedrag van de aftrek.
Het negatieve inkomen uit een eigen woning leidt in dit voorbeeld niet tot een belastingvoordeel. Daarom wordt dit bedrag gereserveerd. Wanneer een werkende in de toekomst ook inkomen heeft in box 1, waarover in Nederland belasting moet worden betaald, dan wordt over het gereserveerde bedrag alsnog een aftrek verleend, om dubbele belasting te voorkomen. De werkende ontvangt een belastingteruggaaf. Dat is een voorbeeld van de doorschuifregeling of stallingsregeling.
Klinkt dit allemaal erg ingewikkeld? Dan kan het lonen een belastingadviseur in te schakelen. Deze is op de hoogte van de regelingen en kan assisteren bij het correct invullen van de formulieren en het controleren op juistheid.