Jorrit Kamminga (35) woont en werkt al meer dan tien jaar in het buitenland. Momenteel is hij in Medellín, Colombia actief als consultant. Ook reist hij meerdere malen per jaar naar Afhanistan voor onderzoek.
Jorrit kan moeilijk stilzitten. Voordat hij in Colombia neerstreek, woonde en werkte Jorrit achtereenvolgens in Glasgow, Wenen, Córdoba, Madrid, Parijs, Valencia en Londen.
Wat is je beroep eigenlijk?
Vroeger wilde ik graag ambassadeur op Jamaica worden, of journalist. Eigenlijk zijn beide dromen een klein beetje uitgekomen: ik werkte ruim twee jaar op de Nederlandse ambassade in Madrid en schrijf opiniestukken voor Nederlandse, Spaanse en Engelstalige media.
Sinds 2003 werk ik locatie-onafhankelijk voor de International Council on Security and Development (ICOS), een denktank op het gebied van veiligheidsvraagstukken. Daarnaast ben ik Visiting Fellow bij het Instituut Clingendael in Den Haag en promoveer ik aan de Universiteit van Valencia in Spanje.
Mijn werk kan ik vooral als digital nomad verrichten, maar om de zoveel tijd werk ik op locatie, bijvoorbeeld bij onderzoeksprojecten in Afghanistan.
Kun je in het kort vertellen wat jouw werk inhoudt?
Ik werk als part-time consultant, maar gezien de lange duur van het contract kun je eigenlijk zeggen dat ik gewoon in loondienst ben, maar zonder vaste werktijden en –plekken. Op dit moment ben ik sociale en culturele projecten in Colombia aan het opzetten, vooral met betrekking tot de jeugd in de problematische wijken van Medellín.
Daarnaast ben ik betrokken bij het opstellen van projectvoorstellen voor het Midden-Oosten en Afghanistan. Ik werk zelf ongeveer drie keer per jaar in Afghanistan waar ik onder andere opinieonderzoek verricht onder de jeugd van Afghanistan en me bezig houd met drugsbeleid. Voor Clingendael doe ik ook onderzoek naar hoe we de Afghaanse jongeren kunnen helpen de komende jaren.
Hoe ben je aan deze prachtbaan gekomen?
Ik ben er ingerold met een beetje geluk en hard werken. Bij de denktank ging iemand in 2003 voor zes maanden met zwangerschapsverlof en die moest zelf haar opvolging regelen. Via een kennis kwam ze uit bij de Nederlandse vertegenwoordiging bij de VN in Wenen, waar toevallig net mijn cv was binnengekomen. De vrouw die ik verving werkte ook locatie-onafhankelijk, vanuit haar woonkamer in Amsterdam. Ik kon dus meteen op die basis beginnen vanuit Madrid. En na zes maanden hard werken kon ik blijven.
Heb je nog andere werkgevers of inkomstenbronnen?
Eigenlijk niet, af en toe verdien ik wat bij met het schrijven van artikelen, maar dat levert behalve de zeer aardige boekenbonnen van de Nederlandse dagbladen weinig op. En in langere, wetenschappelijke artikelen gaat veel tijd zitten, nog los van de moeizame selectieprocedures.
Hoe stelt dit werk jou in staat om zoveel te reizen?
De denktank waar ik al die jaren voor werk heeft vanaf het begin al projecten over de hele wereld gehad, Europa, Canada, Brazilië, Somalië, Irak, etc. Via ICOS werkte ik zo in vijfentwintig landen, dat is vrij uniek denk ik, behalve misschien voor mensen die ontwikkelingshulp verrichten. Vooral in de begintijd reisde ik van hot naar her, van de ene conferentie of vergadering naar de andere. Honderden taxi’s en vluchten.
Vertel eens wat over je doctoraat in Valencia.
Ik was al heel lang in drugsbeleid geïnteresseerd en had daar binnen mijn studie Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Groningen ook mijn specialisatie van gemaakt. Na vijf jaar werken leek het mij een geschikt moment om op dit onderwerp te promoveren, vooral omdat ik al jaren op dit terrein werkzaam was, inclusief veldonderzoek in Afghanistan.
In mijn huidige onderzoek richt ik me op de economische kanten van het drugsbeleid zoals dat in Colombia tot stand komt. Ik heb in Spanje geen masterstudie gevolgd, maar wel een aantal universitaire seminars in mijn tijd op de Ambassade.
Wat vindt je van de digital nomad-levensstijl?
De combinatie van vrijheid en flexibiliteit waarvan ik de afgelopen tien jaar heb genoten, is geweldig. Je moet echter wel sterk in je schoenen staan wat betreft motivatie en geestdrift. Zonder collega’s en zonder de directe druk van een baas is het soms enorm lastig om jezelf te motiveren en om de juiste prioriteiten te stellen. Ik probeer daarom eigenlijk binnen alle flexibiliteit toch enige vorm van een vast werkpatroon en werkritme te creëren, maar het blijft moeilijk. En het werken zonder collega’s om je heen heeft ook andere nadelen, bijvoorbeeld het gebrek aan directe feedback of een borrel na het werk. De luxe van het werken als digital nomad weegt echter zeker op tegen die nadelen. Vrienden van mij vinden dan ook dat ik niet moet klagen, en gelijk hebben ze.
Welke ‘gadgets’ neem jij mee op reis? Wat heb je nodig om je werk te doen?
Ik ben bepaald geen gadget-fanaat. Ik gebruik eigenlijk alleen mijn Sony VAIO, een oude Blackberry en een simpel USB-kabeltje om ze te verbinden. Daarnaast heb ik goede printer/scanner, een externe harddisk voor back-ups en het plaatselijke postkantoor nodig. Ik moet nog regelmatig facturen, belastingaangiftes of projectvoorstellen via de reguliere post de deur uit doen. Vrij old school, dus.
Hoe integreer je zo snel mogelijk op een bestemming? Wat doe je als eerste na aankomst?
Ik vind het belangrijk om eerst mijn eigen werkplek te creëren. Dat betekent niet alleen de internetverbinding, maar ook het vaak voor de zoveelste keer aanschaffen van kantoorartikelen, een bureaustoel en een printer. In Medellín heb ik net voor ongeveer 25 euro in een klein dorpje door een timmerman een bureau laten maken.
Het grootste nadeel van zo vaak verhuizen is dat je eigenlijk nooit al je spullen bij je hebt. Op dit moment heb ik spullen opgeslagen in Afghanistan, Nederland en Spanje.
Verder zoek ik graag contact met andere expats, zeker als die interessante projecten opgezet hebben in de plaats waar ik woon. In Medellín heb ik bijvoorbeeld gesproken met Nederlanders die hier als journalist werken of bij een NGO. Dat is altijd een goede eerste stap om ideeën op te doen en de stad te leren kennen.
Hoe is het leven in Medellín en hoe zijn de locals?
Het leven in Medellín is goed. Het is een iets mooiere stad dan de gemiddelde – helaas vrij lelijke – Latijns-Amerikaanse stad (bijvoorbeeld Bogotá). Bovendien is de regio Antioquia, waar de stad in ligt, erg mooi: groene bos- en berggebieden met mooie kleine, authentieke dorpjes. Onveiligheid en criminaliteit blijven een probleem in de stad en omgeving, maar zijn gelukkig niet meer te vergelijken met de tijden van Pablo Escobar en zijn Medellín-kartel, lange tijd het negatieve uithangbord van de stad. De mensen maken bovendien een hoop goed. Zeer vriendelijk en altijd bereid te helpen. Bovendien is er op professioneel gebied een hoop te doen en kun je erg gemakkelijk toegang krijgen tot de lokale regering. Ze zitten echt te wachten op buitenlandse interesse en projectvoorstellen.
Kun je wat prijsvoorbeelden van alledaagse zaken in Colombia geven?
Colombia is zeker geen goedkoop land, maar de alledaagse uitgaven zijn redelijk te doen. Een krantje kost 60 eurocent, een koffie bij een simpel café 40 tot 60 cent (bij de Starbucks-achtige tenten kost een kleine koffie wel ongeveer 1.50 euro). Een lunchmenu in een restaurant kost 4 tot 6 euro, en ’s avonds ben je voor een gerecht gemiddeld 9 euro kwijt in een normaal restaurant. Dat kan in een goed restaurant oplopen tot 30 euro. Daarnaast betaal ik voor een gemeubileerd appartement 600 euro inclusief per maand, maar dat kan ook goedkoper in de buitenwijken. Een gemiddelde taxirit kost ongeveer 2 euro, naar het vliegveld 25 euro.
Hoe is de toegang tot –en snelheid van– het internet in Colombia?
Internet is prima, vrij snel en bovendien op steeds meer openbare plekken te vinden. Ik werk voornamelijk thuis of op de universiteit en op beide plekken is de internetsnelheid voldoende.
Welke bestemmingen staan nog op jouw ‘werken-vanuit-lijstje’?
Om mijn droom achterna te gaan zou ik toch ooit nog vanuit Jamaica moeten werken. Dat kan natuurlijk wel maar of het gebeurt, is een tweede. Ik blijf voorlopig in ieder geval een jaar in Colombia, daarna promoveer ik aan de Universiteit van Valencia in Spanje, waarna ik verder wil kijken wat de mogelijkheden zijn. Vanzelfsprekend hangt het gedeeltelijk ook van mijn werk af, of van eventuele aanbiedingen om elders aan de slag te gaan.
Welke tips heb je voor iemand die zelf als consultant wereldwijd actief wil zijn?
Het lijkt een cliché maar op de eerste plaats is het belangrijk te weten waar je zelf echt in geïnteresseerd bent. Volg je passie. Ik denk niet dat je het anders locatie-onafhankelijk lang vol houdt. Ik werkte bijvoorbeeld zelf een tijdje als leraar Engels in Córdoba, Zuid-Spanje. Best leuk, maar na zeven maanden had ik het wel gezien. Daarnaast moet je bereid zijn om hard te werken.
Ik geloof zelf niet zo in die mooie verhalen over de 4-urige werkweek. Ongeacht de flexibiliteit en het mooie leven dat je zelf kunt inrichten, moet je er toch vanuit gaan dat er hard gewerkt moet worden, zeker in het begin als je net begint zonder netwerk, klantenkring of websitebezoekers. Ik draai soms inderdaad weken van vier uur, maar in Afghanistan werk ik soms ook wekenlang 14 of 15 uur per dag…
Meer over Jorrit
Wie in contact wil komen met Jorrit kan hem op Twitter aanschieten of een e-mail sturen.