Diana Vermeij en haar vriend Steven Zwerink zwerven momenteel als digital nomads door Mexico. In dit blog vertelt Diana hoe hun avontuur begon. Lees meer op Diana’s en Stevens site Digital Nomadz.
Het is een paar minuten over twaalf ‘s nachts als ik de airco uitzet in mijn kantoor, momenteel in het prachtige boutique-hotel Baxar in Pie de la Cuesta, Acapulco, aan de westkust van Mexico. Het is warm. Heel warm. Begin juni is de regentijd is aangebroken en meestal regent het ‘s avonds dan een paar uur, maar vanavond blijft het droog.
Dit is mijn leven
In gedachten nog bij de website die ik aan het bouwen ben, voel ik de wind op mijn gezicht als ik over het prachtige pad, omzoomd door palmbomen, naar het zwembad loop. Met een fris glas water met limoen stap ik het koele water in na een lange dag werken. Ik ga zitten op het trapje en zie dan pas de adembenemende sterrenhemel die zich boven mij uitstrekt.
Ik luister naar het donderende geweld van zee achter mij. Dit is mijn leven. Soms kan ik het zelf nog niet geloven. Ik denk terug aan hoe dit allemaal begon… Hoe besluit je een digitale nomade te worden? Hoe besluit je dat een nomadisch leven van reizen en werken iets is voor jou?
Hoe het allemaal begon
Ik zie mezelf lopen in een mantelpakje bij chemiereus DSM in Geleen. Het is begin juli 2009, ik woon in Maastricht en ik droom van een grote carrière bij de multinational. Mijn doel: voldoende ervaring opdoen zodat ik in het buitenland kan werken voor mijn baas. Ergens in de komende 10 jaar moet dat volgens de corporate carrière paden gaan lukken.
Geduld is een schone zaak. Echter, geduld is voor mij op dit moment niet weggelegd. Ik ren op mijn hakken het kantoor uit richting mijn auto op de parkeerplaats. Ik heb nog anderhalf uur voordat het afscheidsdiner begint van één van mijn beste vriendinnen in Amsterdam. Zij gaat werken voor de Verenigde Naties in Bangkok. Snel druk in mijn toegangspas tegen het apparaatje bij de slagboom, het lampje wordt groen en het hek kruipt open alsof het alle tijd van de wereld heeft. Ik groet de bewaker en ik blaf de A2 op.
Ik zie mezelf bumperkleven op de snelweg richting Eindhoven. Negentig kilometer per uur op de buitenbaan: zucht… zo haal ik het natuurlijk nooit. “Ga opzij!!” schreeuw ik boven de muziek uit tegen de automobilist voor mij. Volledig gestrest kom ik tweeënhalf uur later aan bij mijn vriendinnen.
Als ik eindelijk met een glas wijn ga zitten, een glimlach forcerend na een werkweek van minstens 80 uur, zie ik het alarmpje op mijn telefoon. “F***! Mijn zusje is vandaag jarig. Hoe kan ik dat nou vergeten?” Beschaamd loop ik naar buiten om haar te bellen..
‘s Nachts terugrijdend naar Maastricht, biggelt er een traan over mijn wang. Op de radio zingt Johnny Nash I can see clearly now the rain is gone. Ik bel mijn vriendje Steven en vertel hem: “Ik wil dit leven niet meer.” De meeste vrienden en studiegenoten van ons kiezen juist dit leven. We zijn er als vanzelfsprekend ingerold na onze studie. Alsof het was wat de maatschappij van je verwachtte, stapten we er in: op naar die goedbetaalde leidinggevende functie. Maar ik wilde het niet meer zo.
Meer geld maakt mij niet gelukkig en Steven ook niet. Een vette functietitel op een visitekaartje al helemaal niet. 80 uur in de week werken is absoluut geen uitzondering in de banen die wij hebben. Mooie dingen in het leven gaan compleet aan mij voorbij omdat ik geen tijd heb om echt te kijken of te luisteren. Ik werk alleen maar. En waaraan eigenlijk?
De voldoening van het helpen van anderen mist in het werk waar ik iedere dag mijn kostbare tijd aan besteed. Het kan anders, besef ik. Dit is mijn leven. Er is altijd een keuze. Altijd. Ook al is het doodeng en weet je niet hoe je de volgende maand je hypotheek gaat betalen.
Voor mezelf begonnen
Diezelfde maand zeg ik mijn baan op en begin ik voor mezelf. Mijn creativiteit komt terug. Ik kan zelf beslissen waar ik aan werk en voor wie. Ik bepaal zelf wat ik wil leren en hoe. Ik ben volledig verantwoordelijk voor mijn bedrijf en ik vind het heerlijk!
Steven volgt drie maanden later. Onze tijd, kennis en energie gaan wij van nu af aan nu besteden aan het helpen van mensen. Dat wordt ons nieuwe doel. Meestal verloopt de samenwerking in de projecten die we kiezen via de telefoon of via internet en zien we de teams af en toe fysiek. Ons leven is heerlijk in balans: we zijn verhuisd naar het prachtige Amsterdam, we hebben tijd voor onszelf, we sporten veel, lezen weer vaker een boek, we hebben tijd voor bezoek aan familie en vrienden, we werken aan mooie projecten die ons veel voldoening geven, we verdienen minstens twee nullen minder maar ik vergeet de verjaardag van mijn zusje niet meer.
Op een donderdagmiddag drinken we een wijntje op een plaid in het Westerpark. Steven vraagt mij: “Wat als we ons werk nou eens meenemen?” Met een schuin oog kijk ik hem aan en vraag: “Waar naartoe, lieverd?” Het is even stil. De trein uit Haarlem is achterin het park te horen. “Op reis, de wijde wereld in.”
Alles in mij schreeuwt: “JAAAA!” Een oude droom rent met grote passen mijn leven weer in. Uit de doos waar ik hem jaren geleden na mijn afstuderen, met een mooie strik eromheen, ingestopt had, denkende: Dat is niet voor mij.
“Dat kan niet” bestaat niet meer. Ik kus Steven en zeg: “Dat gaan we DOEN!”.