Wie in het buitenland werkt, maar nog elders woont, kan te maken krijgen met complexe belastingregels. Want, aan wie betaalt de buitenlandse werknemer belasting? Aan het land waar hij of zij een inkomen heeft, of het land waar hij of zij woont? Om dat goed te regelen, is de zogenaamde ‘183-dagen-regeling’ bedacht. Het woonland van de werknemer heeft dan recht om belasting te heffen, als er aan drie voorwaarden worden voldaan.
De drie voorwaarden van de 183-dagen-regeling
Het woonland van de werknemer heeft het recht om belasting te heffen in de volgende gevallen:
Als een werknemer binnen een tijdvak van 12 maanden niet langer dan 183 dagen in het werkland verblijft, heeft het woonland recht om belasting te heffen. Voor het tellen van deze 183 dagen, gaat de werknemer uit van de verblijfsdagen. Dat zijn alle dagen waarop de werknemer in staat was om te werken. Ook het weekend en vakantiedagen tellen mee. Een dagdeel telt ook als een volledige dag.
Wanneer de werkgever die het loont betaalt, niet gevestigd is en het werkland en het loon niet wordt betaald door of namens een werkgever in het werkland, geldt de 183-dagen-regeling mogelijk ook. Er is dan sprake van een ‘materiële werkgever’. Daarmee worden werkgevers die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren bedoeld.
De derde voorwaarde is dat het loon niet ten laste van de winst of van een vaste inrichting van de werkgever in het werkland komt. Dat wil zeggen dat het loon niet van bijvoorbeeld een filiaal of een vast middelpunt in het werkland komt. Daarbij valt te denken aan een verkooppunt van een fabrikant.
Wanneer de Belastingdienst, de werkgever of de werknemer de 183-dagen-regeling wil gebruiken, moet deze bewijzen dat er aan alle drie voorwaarden is voldaan. Zodra er aan een van de voorwaarden niet wordt voldaan, mag het land waar de werknemer werkt belasting heffen over de inkomsten.
Personeel uitzenden of detacheren
Soms lenen bedrijven personeel uit, zenden bedrijven personeel uit of wordt er met detachering gewerkt. In dat geval kan het bij het beoordelen van de regeling ingewikkeld zijn om te bepalen of er sprake is van een ‘materiële werkgever’. In principe spreken we van een dergelijke werkgever als in het werkland aan al deze voorwaarden wordt voldaan:
- De opdrachtgever bepaalt hoe, wanneer en onder welke omstandigheden de werknemer werkt. Er is dus sprake van gezag;
- De opdrachtgever draagt het risico voor de werkzaamheden. Dat houdt in dat de financiële voor- en nadelen van het werk voor rekening van de opdrachtgever komen;
- Het loon wordt doorbelast aan het werkland. Dit gaat al op als de loonkosten globaal per tijdseenheid (zoals per uur of per dag) in rekening worden gebracht.
Wanneer er sprake is van een ‘materiële werkgever’, voldoet de werkende niet aan de tweede voorwaarde van de regeling. Het werkland heeft dan het recht belasting te heffen over het loon dat daar wordt verdiend.
Van Duitsland naar Nederland
Wanneer een werknemer in een concern werkt, kunnen er andere regels gelden. Zeker als de werknemer in Duitsland woont en wordt uitgezonden naar Nederland. Dan is de werkgever verplicht loonbelasting in te houden, wanneer de werknemer in een tijdvak van 12 maanden minder dan 183 dagen in Nederland verblijft. Het kan zijn dat Nederland vindt dat ook hier loonbelasting moet worden ingehouden.
In dat geval betaalt de werkgever dus twee keer belasting: één keer aan Duitsland en één keer aan Nederland. Het is raadzaam dan advies in te winnen bij een Finanzamt.
Vanuit andere landen naar Nederland
Woont een werknemer in een ander land dan Duitsland en wordt deze uitgezonden naar Nederland? Dan is er waarschijnlijk sprake van een materiële werkgever. Nederland mag dan belasting heffen. Het buitenlandse concernonderdeel moet loonbelasting inhouden op het deel dat de werknemer in Nederland verdient.
Mogelijk is een bedrijf geen materieel werkgever als de uitzending naar ons land korter duurt dan 60 werkdagen per 12 maanden. Wie daar over twijfelt, kan het best contact zoeken met de BelastingTelefoon Buitenland. Daar kan helderheid verschaft worden.
Let op: welke dagen tellen mee?
Bij de beoordeling van de gewerkte dagen en verblijfsdagen in Nederland is de vraag of vakantie in Nederland meetelt in de beoordeling of een werknemer voldoet aan de 183-dageneis. In bepaalde gerechtelijke uitspraken is bepaald dat deze dagen niet mogen worden meegenomen. Informeer hiernaar.